Skip to main content

Voorwoord door Martine De Mazière, Algemeen Directeur a.i.

News flash intro
Als 2021 aansloot op 2020 met het vervolg van de coronapandemie en met hoopvolle verwachtingen voor de toekomst van het Federaal Wetenschapsbeleid, is 2022 een jaar van veranderingen geweest.
Body text

Nieuwe stijl van werken

We zijn gelukkig in de loop van 2022 stilaan uit de coronacrisis kunnen klimmen, niet zonder dat deze crisis zijn sporen heeft nagelaten. De digitale versnelling is definitief ingezet. De terugkeer naar de werkvloer is vergezeld van een regeling voor meer uitgebreid thuiswerk, en de talloze verplaatsingen voor deelname aan vergaderingen en wetenschappelijke symposia zijn vervangen door een afwisseling tussen fysieke, online of hybride vergaderingen.

Het BIRA heeft zich vlot aangepast aan deze nieuwe stijl van werken. Het is duidelijk dat de (gedeeltelijke) terugkeer naar de werkvloer voor velen onmisbaar was, ofwel voor hun psychische gezondheid en sociale betrokkenheid, ofwel om de motivatie voor het werk niet te verliezen, of voor beide.

Gevolgen van de oorlog op onze wetenschappelijke activiteiten

De in februari 2022 uitgebroken oorlog in Oekraïne heeft ook gevolgen gehad voor het BIRA als instelling, voor sommige personeelsleden in hun samenwerkingen met Russische en/of Oekraïense collega’s, voor anderen in hun privésfeer. De grootste effecten voor het BIRA zijn:

  • de vertragingen van geplande ruimtemissies, omdat de samenwerking met Rusland voor satellietlanceringen is opgeschort
  • de vertragingen en kostprijsverhogingen op de levering van materiaal (instrumenten of onderdelen ervan, IT-materiaal, …)
  • de stijging van de energieprijzen en de gevolgen van de inflatie op de salarissen van het personeel.

Ondanks de welkome toelagen vanwege de federale overheid om deze verhoogde kosten deels op te vangen, kampen we met een duidelijke vermindering van de beschikbare middelen. Als deze vermindering aanhoudt, zal het huidig niveau van de wetenschappelijke activiteiten op korte tot middellange termijn noodgedwongen moeten afnemen.

Belangrijkste wetenschappelijke resultaten in de verf gezet

Toch kan het BIRA in 2021-2022 uitstekende en zeer diverse wetenschappelijke resultaten presenteren zoals uit dit verslag – dat slechts de belangrijkste realisaties in de verf zet - duidelijk blijkt. In het bijzonder zijn we fier dat twee nieuwe experimenten met belangrijke bijdragen van het BIRA aan boord van toekomstige ESA-missies geselecteerd werden voor verdere ontwikkeling, namelijk:

  1. het Venspec-H instrument aan boord van EnVision
  2. de Sweeping-Langmuir probes voorgesteld door het BIRA voor de  Comet Interceptor missie

De bijdragen van het BIRA aan de ontwikkeling, validatie en exploitatie van de Sentinal-5P missie leveren een rits aan belangrijke en internationaal erkende resultaten betreffende de globale luchtkwaliteit, ozon en klimaat, en maken het instituut nog sterker voor zijn deelname aan de toekomstige Sentinel-4 en -5 atmosfeermissies. Ondertussen heeft het BIRA zich ook geprofileerd in de eerste geostationaire Koreaanse satellietmissie bestemd voor onderzoek naar luchtkwaliteit en in de toekomstige door EUMETSAT geleide CO2M missie, de eerste Europese missie de volledig toegespitst is op de detectie en kwantificering van de emissies van koolstofdioxide en methaan, en waarvan de lancering voorzien is in 2026.

Het BIRA speelt ook een belangrijke rol in het ESA Climate Change Initiative programma, de Copernicus Atmosphere Monitoring Service (CAMS) en Climate Change Service (C3S); de integratie van BIRA’s model voor stratosferische chemie in de CAMS-modellen zal leiden tot een aanzienlijke verbetering van de CAMS-producten.

Het BIRA blijft natuurlijk ook zijn leidende rol spelen in de internationale netwerken voor opvolging van de atmosferische samenstelling, die deels geïntegreerd zijn in de Europese onderzoeksinfrastructuren ICOS (Integrated Carbon Observation System) en ACTRIS (Aerosol, Clouds en Trace gases Research InfraStructure). Op het gebied van ruimteweer heeft het BIRA de coördinatie op zich genomen van het Europese Space Weather Network (SWESNET).

De beleidsmakers, burgers en studenten zijn niet vergeten: niet alleen bieden we hun informatie en opleidingen aan, maar we betrekken hen ook rechtstreeks bij een aantal onderzoeksprojecten.

Een belangrijke mijlpaal uit 2022 is de verankering van het Belgian User Support and Operations Centre (B.USOC) – dat voorheen beheerd werd door Belspo - binnen BIRA, om aldus de toekomst van B.USOC te verzekeren na de afbouw van zijn opdrachten ter ondersteuning van de experimenten aan boord van het Internationaal Ruimtestation. Een tweede belangrijk initiatief is de oprichting van het Federaal Klimaatcentrum in november 2022: het BIRA heeft een belangrijke inspanning geleverd in de werkgroepen en comités die de visie, missie en beheersstructuur van dit Centrum hebben ontwikkeld. Ten derde hebben we het Belgian Radiometric Characterization Laboratory (B.RCLab) in België op de kaart gezet.

Het is dus met een zekere fierheid dat ik durf stellen dat we als Instituut de twee recente grote crisissen tot nog toe wonderwel overleefd hebben, ook al was het voor vele personeelsleden een zware periode.

Vrees voor een verschuiving van prioriteiten en toegekende middelen

Ondanks deze uitstekende wetenschappelijke resultaten, zelfs in crisisperiode, en ondanks het feit dat het BIRA sterk staat dankzij een hechte groep van dynamische en gemotiveerde personeelsleden kijk ik met enige argwaan, zelfs vrees, de toekomst tegemoet.

In 2021 leefde de hoop op een heropleving van Federaal Wetenschapsbeleid en meer efficiëntie en autonomie in het beheer van de Federale Wetenschappelijke Instellingen. Eind 2022 - begin 2023 moet ik helaas het tegenovergestelde vaststellen. De bureaucratische (digitale) papiermolen neemt alsmaar toe, net zoals de procedures steeds zwaarder worden en de controles verder toenemen. Van administratieve vereenvoudiging is weinig te merken; het is niet omdat sommige processen gedigitaliseerd zijn dat ze eenvoudiger en/of efficiënter zijn!

Onze autonomie wordt hoe langer hoe meer gekortwiekt. De werking van Federaal Wetenschapsbeleid is nog niet merkbaar verbeterd. Zelfs de dringende vernieuwing van onze gebouwen laat nog steeds op zich wachten.

Het lijkt erop dat de wetenschappelijke activiteiten moeten inboeten ten voordele van een grotere administratieve en procedurele belasting. Mijns inziens en in overeenstemming met onze wettelijk vastgelegde opdracht moet in het BIRA de vooruitgang van het wetenschappelijk werk de eerste prioriteit zijn, en dat is ook de ambitie van het personeel dat we hiervoor aanwerven. En een goed beheer van de Instelling is belangrijk, maar moet in de eerste plaats gericht zijn op een efficiënte ondersteuning van dat wetenschappelijk werk. Als het beheer op de eerste plaats komt en het wetenschappelijk werk daarvoor naar de tweede plaats moet verschuiven of belemmerd wordt zijn we verkeerd bezig.

Ik hoop dat mijn vrees voor een verschuiving van de prioriteiten en de daaraan toegekende middelen ongegrond is en dat we over twee jaar even mooie en talrijke wetenschappelijke resultaten zullen kunnen voorleggen, dankzij een gemotiveerde en dynamische ploeg, en niet ten koste ervan!

Tot slot wens ik alle personeel van het BIRA te bedanken en te feliciteren voor de prachtige resultaten die we vandaag als Instelling kunnen presenteren en die we graag met u, beste lezers, willen delen in dit rapport en in de bijhorende uitgebreidere onlineversie.

Martine De Mazière
Algemeen Directeur a.i.

Figure 2 body text
Figure 2 caption (legend)
EnVision is een ESA-satelliet die in 2031 naar Venus zal vertrekken om de planeet van onder het oppervlak tot in de hoge atmosfeer te bestuderen. BIRA leidt de ontwikkeling van de VenSpec-H spectrometer aan boord. Afbeelding: NASA/JAXA/ISAS/DARTS/Damia Bouic/VR2Planets.
Figure 3 body text
Figure 3 caption (legend)
Het Federaal Klimaatcentrum werd opgericht in november 2022. BIRA heeft een aanzienlijke inspanning geleverd in de werkgroepen en comités die de visie, missie en managementstructuur van dit Centrum hebben ontwikkeld. Afbeelding: KMI.
Publication date